Shatranj
Vanuit India, waar Chaturanga gespeeld
werd, kwam het schaakspel rond de zevende eeuw na Christus naar Perzie,
en de rest van de Arabische wereld. Het spel krijgt de naam
Shatranj en wordt immens populair: er zijn beroepsspelers, er verschijnen
verschillende boeken over het spel, en er zijn ook veel shatranjproblemen
gemaakt.
Spelregels
Shatranj wordt gespeeld op een ongeruit bord van 8 bij 8 vakjes.
Iedere speler begint het spel met acht pionnen, twee torens, twee
paarden, twee olifanten, een generaal en een koning.
Beginopstelling
De beginopstelling is in feite dezelfde als die van gewoon schaken,
met de generaal op de plaats van de koningin, en de olifanten op de
plaatsen van de lopers.
Het spel werd ook gespeeld met de koning en generaal van plaats verwisseld:
in alle gevallen bevonden zich echter de koningen op dezelde kolom.
Wit:
Koning e1; Generaal d1; Toren a1, h1; Paard b1, g1; Olifant c1, f1; Pion
a2, b2, c2, d2, e2, f2, g2, h2.
Zwart:
Koning e8; Generaal d8; Toren a8, h8; Paard b8, g8; Olifant c8, f8;
Pionnen
a7, b7, c7, d7, e7, f7, g7, h7.
Loop der stukken
De koning, toren, en paard lopen (en slaan) net als in gewoon schaken:
er bestaat echter geen rochade. De olifant gaat twee vakjes diagonaal,
en mag daarbij over het tussenliggende veld springen als dat bezet zou
zijn. De generaal gaat een vakje diagonaal. De pion zet als een gewone
pion, maar heeft niet de mogelijkheid van een dubbele eerste stap.
Andere regels
Pionnen promoveren wanneer ze de laatste rij bereiken, en dan altijd tot
generaal. Een speler wint het spel door zijn tegenstander mat te zetten,
maar ook door zijn tegenstander pat te zetten. (Dus, een speler die niet
zetten kan verliest het spel.) Ook kan een speler winnen door `Kale
Koning': door het nemen van het laatste stuk op de koning na van de
tegenstander. Echter, in het geval van Kale Koning, kan een speler
remise maken door in de direct volgende zet
nadat zijn koning kaalgemaakt is, de andere
koning ook kaal te maken.
Pritchard noemt een regel die ik nergens anders vond:
een koning die pat staat nag worden verwissels met een van zijn andere
stukken, zolang die niet in schaak resulteert.
Geschreven door: Hans Bodlaender.
Engelse versie: 1995. Vertaling: 5 februari 1997.