Dit spel wordt beschreven in een achttiende eeuws manuscript. Het spel wordt genoemd door verschillende auteurs van boeken over de geschiedenis van het schaken en schaakvarianten, o.a., in Murray's History of Chess (Geschiedenis van het Schaakspel). De meeste auteurs zijn het er over eens dat dit een leuk en interessant spel is; waarschijnlijk is het grootste nadeel van dit spel dat de pionnen niet erg snel zijn.
De werkelijke leeftijd van het spel is wat moeilijk te schatten, maar gegeven de moderne loop van verschillende stukken, is het waarschijnlijk dat het spel van na de middeleeuwen stamt.
Het spel wordt gespeeld op een 10 bij 10 bord, dat waarschijnlijk ongeruit was.
Wit:
Koning f1; Giraf e1; Vizier d1; Dame g1; Toren a1, j1; Paard b1, i1;
Loper c1, h1; Oorlogsmachine e2, f2; Pion a2, b2, c2, d2, e3, f3, g2, h2,
i2, j2.
Zwart:
Koning e12; Giraf f12; Vizier g12, Dame d12; Toren a12, j12; Paard
b12, i12; Loper c12, h12; Oorlogsmachine e11, f11; Pion a11, b11, c11,
d11, e10, f10, g11, h11, i11, j11.
Toren, paard, koning, and dame zetten als in het gewone schaakspel. (Om precies te zijn: verschillende van deze stukken heetten anders in het spel; zo was de dame een generaal, en de loper een olifant.
De giraf is een erg sterk stuk: het heeft de gecombineerde zetten van een dame en een paard: het kan dus zowel als toren, als loper, of als paard zetten.
De vizier heeft de gecombineerde zetten van loper en paard.
De oorlogsmachine (dabbabah) heeft de gecombineerde zetten van toren en paard.
Pionnen zetten als gewone pionnen, maar hebben alleen geen eerste dubbele stap. Wanneer ze de laatste rij bereiken, dan promoveren pionnen tot dames.
De speler die zijn tegenstander mat zet wint het spel. De regels rond pat zijn niet bekend: speel bijvoorbeeld dat pat remise is. De rochade is niet mogelijk in dit spel.