De FIDE-regels gelden met volgende uitzonderingen/aanvullingen
Het spel begint met een leeg bord en de normale set schaakstukken
Een speler mag bij zijn beurt kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Een stuk op leeg veld van het bord zetten
Een stuk dat op het bord stond verzetten naar een ander leeg veld.
Een stuk slaan door een stuk op het bord te verplaatsen naar een veld waar al een stuk van de tegenstander stond.
Pionnen mogen op de 2e, 3e en 4e rij gezet worden. Pionnen die op de tweede rij beginnen mogen bij de eerste zet twee velden vooruit gaan en mogen ook en-passant geslagen worden: dus net als bij gewoon schaak.
Rokeren mag als de koning en toren op de "gewone plaats" staan en als je mag rokeren volgens de "gewone rokeerregels". Dus je mag niet rokeren als:
de koning schaak staat
de koning schaak komt te staan
de koning over een veld gaat waar hij schaak zou komen te staan.
de koning verzet is
de toren waarmee je wilt rokeren verzet is
er staat een stuk tussen de koning en toren aan de kant waar je wilt rokeren.
Een speler mag pas slaan als zijn koning op het bord staat. Een stuk dat de koning van de tegenstander aanvalt terwijl zijn eigen koning nog niet op het bord staat kan geen schaak geven: dus hij kan alleen quasi-schaak geven. Quasi-schaak hoef je niet op te heffen. Een speler mag zichzelf ook quasi-schaak zetten.
Varianten
Je mag niet en-passant slaan.
Je mag niet rokeren.
Je mag pionnen opzetten op de 1e t/m de 4e rij in plaats van op de 2e t/m 4e rij.
Una-schaak II
Edward Jackman bedacht een variant van Una-schaak, gebaseerd op het oorspronkelijke spel van Jeff Miller.
Regels
De regels van Una-schaak gelden, met de volgende wijzigingen:
Een stuk mag niet zo opgezet worden dat de koning van de tegenstander aangevallen wordt. Dus ook niet als de eigen koning ook al op het bord staat. Deze regel geldt altijd dus ook als dit de enige mogelijkheid is om schaak van jezelf op te heffen: dan sta je dus mat!.
Rokeren en en-passant slaan mogen niet.
In deze variant mag je meer foutjes maken in de opening vergeleken met Una-schaak.
De wedstrijden zijn langer en lijken meer op gewoon schaak. Bij dit spel wisselen de kansen
heel vaak, anders dan bij Una-schaak waar dit bijna niet voorkomt.
Una-schaak III
Een andere leuke variant, ook van Edward Jackman is the volgende.
De regels van Una-schaak gelden, met de volgende wijzigingen:
Een stuk mag niet zo opgezet worden dat een stuk van de tegenstander aangevallen wordt. Dus ook niet als de eigen koning ook al op het bord staat. Deze regel geldt altijd dus ook als dit de enige mogelijkheid is om schaak van jezelf op te heffen: dan sta je dus mat!.
Rokeren en en-passant slaan mogen niet.
Het idee achter dit spel is dat je niets kunt doen als je aan een parachute landt op het slagveld. Het is heel goed mogelijk bij dit spel dat je de dame niet op kunt zetten als je dit pas wilt in een latere fase van het spel. Ook het opzetten van een ander stuk kan heel moeilijk of onmogelijk zijn!.
Geschreven door: Edward Jackman. Vertaling/bewerking: Jos Jansen of Lorkeers en Hans Bodlaender.
WWW pagina gemaakt: vrijdag 28 februari 2003.